“RIEN, WAAR KOMEN AL DIE BIGGEN TOCH VANDAAN?”
DE ERVARINGEN MET BASDIAR VAN RIEN KERSTENS EN DIERENARTS MIRANDA KANTERS
De 60-jarige Rien Kerstens uit Oud-Gastel heeft altijd als zelfstandig metselaar gewerkt. Daarbuiten is hij ook een gepassioneerd varkenshouder met 225 TN-70 zeugen met eigen aanfok en gedeeltelijke eigen afmest. Het varkensbedrijf runt hij samen met zijn echtgenote. Met “Zij doet de kraamstal en ik de rest”, heeft Rien de taakverdeling snel en helder uitgelegd. Onder het motto “nooit te oud om te innoveren” bouwde hij enkele jaren geleden nog eigenhandig een nieuwe stal en startte hij drie maanden terug met een nieuw aanvullend biggenvoer, Basdiar®. Miranda Kanters is sinds 2017 de begeleidende dierenarts bij Rien. Zij studeerde af in 2014 en is werkzaam bij dierenartsenpraktijk VGTZ.
Op een gemakkelijke manier vocht in de biggen krijgen
Rien: ”Onze focus binnen het bedrijf ligt op een zo laag mogelijk medicijnengebruik en dit lijkt aardig te lukken. Ook hebben wij veel aandacht voor de zorg in de kraamstal en bij de gespeende biggen. Dit voorkomt naar mijn idee problemen in de mestfase.” “De algemene gezondheidsstatus van het bedrijf is gewoon goed en ademhalingsproblemen komen zelden voor” neemt Miranda over. “Een sporadische streptokokken of E.Coli uitbraak zijn hier zowat de grootste uitdagingen.” Rien: “Alvorens ik Basdiar® gebruikte, voerde ik kant-en-klare melk. Dit deed ik steeds vanaf het moment van geboorte. Ondanks goede ervaringen, liep ik in de warme zomermaanden tegen de houdbaarheid van de melk aan. Omdat ik binnen mijn bedrijf steeds last had van dunne mest op de tweede dag, zocht ik naar een oplossing”
Miranda: “Ik heb Basdiar® voorgesteld aan Rien. Mijn ervaring is dat Basdiar® vaak erg goed scoort op bedrijven waar infectieuze oorzaken van diarree niet aan de basis liggen. Bijna alle bedrijven die het een eerlijke kans geven, gaan er mee door.” Rien: “Ik had er niet al te hoge verwachtingen van maar het resultaat was snel duidelijk. De biggen kregen met Basdiar® op een makkelijke manier voldoende vocht binnen en konden zo later verlegd worden. De opstart van de pasgeboren biggen gaat nu veel vlotter en de dunne mest bij deze jonge biggen is verleden tijd. Ik zie het gebruik van Basdiar® nu als een soort preventieve verzekering in de kraamstal, net zoals het toepassen van een vaccinatie.”
Een hogere kwaliteit biggen spenen
Miranda: “In het eventuele gevaar dat Basdiar® de biestopname zou verstoren geloof ik niet” zegt ze. ”De resultaten zijn wat ze zijn. Door Basdiar® is de uitval in de kraamstal met 4% gedaald en dit brengt Rien nu onder het landelijk gemiddelde.” “Het feit dat de biggen door Basdiar® langer bij de eigen zeug kunnen blijven voor ik ze ga verleggen, verhoogt volgens mij de biestopname”, vult Rien haar aan. “Ik denk ook dat ik nu zwaardere biggen speen sinds ik Basdiar® gebruik. Maar zonder weegschaal ben je natuurlijk nooit zeker” aarzelt hij even. “Wat ik wel weet is dat ik nu duidelijk minder ondereind heb. Dat is uiteindelijk wat telt voor mij. Het zijn deze biggen die mij geld kosten of opbrengen. Voor mij telt elke big en ik speen nu biggen van een hogere kwaliteit.”
De resultaten zijn in ieder geval boven verwachting. Andere erf-betreders deden eerst smalend over Basdiar® en spoorden Rien aan te stoppen en zijn kommen eens grondig te reinigen. “Nu ze ervaren hoe het draait op het bedrijf en ze mijn cijfers hebben gezien, geven ze mij toch een dikke 9 op 10”, vertelt Rien trots. “Wat we van het gebruiksgemak vinden?”, kijkt Rien zijn echtgenote aan. “Eenvoudig”, neemt zij het gesprek over. “Ik los Basdiar® op volgens de gebruiksaanwijzing en mix het een minuut met een accuboormachine. Zo blijft alles voldoende lang in oplossing en dit doseer ik 1 keer per dag voldoende uit. De kommen vul ik tot 2 cm onder de rand zodat de biggen er goed bij kunnen en klaar is Kees” “Dit doe ik steeds vanaf de dag van geboorte”, gaat ze verder. “Vanaf dag 7 meng ik biggenvoer in de kommen. Vanaf dag 10 eten de biggen voer en bij spenen heeft elke big 450g op. Ons hoor je dus echt niet klagen”, besluit ze.
“Een grappige anekdote om af te sluiten”, lacht Rien; “Wij hebben een Roemeense werkkracht die ons op vaste dagen komt helpen laden en reinigen. Hij werkt uitstekend maar houdt zich niet bezig met andere taken. Het viel hem echter op hoeveel biggen er wel niet waren in vergelijking met een paar maanden geleden. Hij vroeg me dan ook: “Rien, zoveel biggen, waar komen al die biggen toch vandaan?””.